Kan een rechtspersoon beboet worden met een GAS-boete voor een snelheidsovertreding?

Op deze vraag diende de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Gent te antwoorden.

Een voertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon zou twee beperkte snelheidsinbreuken hebben begaan. Éénmaal 40 km/u in een zone 30. Éénmaal 39 km/u in een zone 30.

De betrokken gemeente bezorgde de rechtspersoon op wiens naam het voertuig was ingeschreven twee GAS-boetes ten bedrage van 53,00 EUR.

De rechtspersoon diende tegen de beide boetes een verweerformulier in, waarbij werd aangegeven dat de overtredingen betwist werden aangezien zij, de rechtspersoon, niet de bestuurder was van het voertuig.

De GAS-ambtenaar van de betrokken gemeente wees het verweer af. De GAS-ambtenaar gaf aan dat de rechtspersoon in het kader van art. 67ter Wegverkeerswet (hierna: WVW) de verplichting zou hebben de identiteit van de bestuurder mee te delen en dat indien de rechtspersoon de bestuurder niet zou identificeren binnen de 30 dagen, de beide GAS-boetes ten aanzien van de rechtspersoon zouden worden ingevorderd.

De rechtspersoon kon zich niet akkoord verklaren met deze beslissing en tekende beroep aan bij de politierechtbank tegen de beide boetes.

Voor de politierechtbank voerde de rechtspersoon aan dat GAS-boetes wegens snelheidsovertredingen niet opgelegd kunnen worden aan rechtspersonen, alsook dat steden en gemeenten in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties geen bevoegdheid hebben met betrekking tot het beboeten op grond van art. 67ter WVW en het niet-meedelen van de identiteit van de bestuurder.

In haar vonnis d.d. 31 december 2024 trad de Politierechtbank te Gent de rechtspersoon bij en oordeelde als volgt:

  1. Art. 29quater WVW, op grond van hetwelk steden en gemeenten GAS-boetes kunnen opleggen voor beperkte snelheidsovertredingen, bepaalt:

§ 2. De gemeenteraden kunnen alleen administratieve geldboetes als vermeld in paragraaf 1 bepalen als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:

 

1° het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur;

2° de snelheidsovertredingen worden begaan op een plaats waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur;

3° het gaat om snelheidsovertredingen vastgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 62, met uitzondering van het zesde en achtste lid, met automatisch werkende toestellen als vermeld in hetzelfde artikel, die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid;

 4° de snelheidsovertreding wordt begaan door meerderjarige natuurlijke personen, vermoed of aangeduid overeenkomstig artikel 67bis en 67ter;

5° er wordt niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld.

De Politierechter oordeelt aldus dat met dit art. 29quater de wetgever, minstens impliciet, erkend heeft dat een rechtspersoon zelf geen snelheidsovertredingen kan begaan.

De Politierechter verwijst tevens naar de rechtspraak van (onder meer) het Grondwettelijk Hof, hetwelk reeds oordeelde dat:

De kenmerken zelf van de rechtspersoon staan immers eraan in de weg dat een vermoeden kan worden ingesteld in verband met de identiteit van de dader van de overtreding. Het is overigens om reden van die onmogelijkheid om een rechtstreeks verband vast te stellen tussen het voertuig waarmee de overtreding is begaan, wanneer dat voertuig is ingeschreven op naam van een rechtspersoon, en de dader van de over-treding - natuurlijke persoon of rechtspersoon - dat artikel 67ter in een verplichting tot mededeling voorziet. (arrest nr. 5/007 d.d. 11/01/2007)

Een rechtspersoon kan aldus uit haar aard geen snelheidsovertreding begaan en kan daarvoor bijgevolg ook geen GAS-boete worden opgelegd.

2. Daarenboven bevestigt de Politierechter dat in toepassing van de art. 67bis en 67ter WVW de bestuurder van het voertuig inderdaad geïdentificeerd dient te worden, maar dat aan steden en gemeenten geen bevoegdheid werd gegeven om vermeende inbreuken op art. 67ter WVW zelf te sanctioneren.

De Politierechtbank besluit aldus dat de onderliggende snelheidsinbreuk niet aan de rechtspersoon kan worden toegerekend en dat wanneer de rechtspersoon geen gevolg zou geven aan een verzoek tot identificatie de steden en gemeenten daarvoor geen GAS-boete kunnen worden opgelegd.

De beide GAS-boetes werden aldus teniet gedaan.

3. Blijven beperkte snelheidsovertredingen begaan door rechtspersonen dan sowieso zonder enige sanctie? Het antwoord op die vraag is negatief.

Dat rechtspersonen geen boete kunnen worden opgelegd voor de snelheidsovertreding is niet nieuw. Zoals hoger uiteengezet, kunnen rechtspersonen omwille van hun kenmerken geen snelheidsinbreuken begaan. Een rechtspersoon kan immers geen voertuig besturen.

Het is net om deze reden dat art. 67ter WVW in het leven is geroepen en de verplichting voor rechtspersonen om de bestuurder te identificeren. Eens de bestuurder geïdentificeerd is, kan deze persoonlijk beboet worden.

Dat steden en gemeenten rechtspersonen aldus niet kunnen sanctioneren voor snelheidsinbreuken en ook niet kunnen sanctioneren wanneer de rechtspersoon nalaat om de identiteit mee te delen, verhindert niet dat de rechtspersoon gesanctioneerd kan worden via de normale strafrechtelijke weg.

Rechtspersonen dienen immers nog steeds hun verplichtingen onder art. 67ter WVW te respecteren. Rechtspersonen dienen nog steeds, wanneer zij daartoe een vraag om inlichtingen krijgen, mee te delen wie de bestuurder van het voertuig was.

Wanneer een rechtspersoon een dergelijke vraag tot identificatie zou negeren, dan kan zij nog steeds beboet worden of gedagvaard worden voor de politierechtbank op grond van art. 67ter WVW. Dit dan wel niet door steden en gemeenten, maar wel op initiatief van het Openbaar Ministerie.

Hebt u hieromtrent nog vragen, aarzel dan niet contact op te nemen.

Vincent Van der Mast, advocaat-partner ITL Attorneys

Vorige
Vorige

Financiële draagkracht en liquiditeitsbeheer: Welke opties?